Beste Lisette,

In het Nieuws Van De Sponsor van januari vroeg je me om mee te
denken over de mogelijkheid van upgraden van lensmaterialen.
Laat ik dan eerst beginnen met een casus. Een 45-jarige vrouw
draagt al 20 jaar contactlenzen. Eerst harde pmma lenzen, daarna RGP, vervolgens
zachte  lenzen. Sinds 2 jaar draagt ze lenzen op een half jaarlijkse basis. Ze is voor het
eerst bij ons in de praktijk en heeft geen klachten.

Haar eerste reactie op mijn
uitleg over nieuwe materialen en hoe belangrijk deze zijn
voor de gezondheid van de ogen is dat ze al van jaar-lenzen naar half-jaar-lenzen is
gegaan. Is het dan echt zo nodig om over te stappen naar een andere type lens? Op het
oogoppervlak waren duidelijk
sporen te zien van het langdurig dragen van
contactlenzen
. Maar de tijd meegerekend zagen de ogen er eigenlijk goed uit. Ik kan
haar goed uitleggen dat de innovatie van lensmaterialen doorgegaan is. Onze kennis
over de noodzaak van goede zuurstofvoorziening is toegenomen. Er is dan ook alle
reden voor om silicone hydrogels ook aan te passen. Die sporen van het lenzen dragen,
zoals ik bij haar zag, zijn niet meer nodig met de nieuwste materialen. Maar daar zit ook
een prijskaartje aan. Dat is het moeilijkste deel van het gesprek, iemand over zetten van
een relatief goedkoop product naar een nieuw, beter maar duurdere lens. Met name als
zij geen klachten hebben.

Graag wil ik met bewijzen komen; dat het beter draagt, prettiger is en gezonder voelt.
Maar deze vooruitgang is vaak niet direct merkbaar. Bij een langdurig zuurstoftekort van
het hoornvlies ontstaan soms eerst rodere ogen, een ander gevoel en soms zelfs hele
aparte corneatopograaf beelden die het gevolg zijn van de komst van zuurstof naar de
cornea. Dit geeft indirect bewijs, maar voor de klant zijn deze veranderingen heel
tegenstrijdig. Zij zou er toch op vooruit gaan?

Een
aantal richtlijnen die ik hanteer als indicatie voor een cornea onder stress
zijn: de gevraagde contactlenssterkte, het corneatopograafbeeld en vascularisatie. Elke
lensdrager ouder dan 30 jaar, die varieert in contactlenssterkte, verdenk ik van (on)
zichtbare corneale stress.  Corneatopografie is hier een geweldige indicator voor. Meet
de verandering van het hoornvlies tussen het plaatje genomen net na de lenzen uit te
doen en nadat de lenzen één à twee dagen uit zijn geweest. Je zult versteld staan van de
verschillen. Daarnaast maak ik dankbaar gebruik van de mogelijkheid om de
vascularisatie en neovascularisatie op beeld vast te leggen. Hiermee kan ik de
verschillen laten zien na het dragen van de nieuwe lenzen.

Zoals je merkt ben ik weer technisch bezig om te bewijzen waarom ik iemand op een
ander lenssysteem wil hebben. Wat is dat toch dat  ik wil bewijzen dat wat ik adviseer
goed is?

Groeten Mirjam
Mirjam van Tilborg is onafhankelijk professional affairs consultant bij
Johnson & Johnson Vision Care Nederland,
Lisette Wijdemans is Professional Affairs Consultant voor de Benelux bij
Johnson & Johnson Vision Care
Nieuws van de Sponsor

Zoals ook jij aangeeft, vinden veel contactlensaanpassers het bespreken van de prijs het
moeilijkste onderdeel van het gesprek
. De vraag is; heeft de klant ook zoveel moeite met
de prijs? Verschillende onderzoeken laten het tegendeel zien.

Zo vindt 92% van de klanten in een consumentenonderzoek dat ze te
weinig aandacht krijgen. Dat is voor hen een reden om weg te blijven
bij een winkel. In datzelfde onderzoek geeft maar 17% aan dat prijs een
reden is om niet terug te keren. Een ander onderzoek¹ geeft een aardig
fenomeen aan. Zo denkt 45% van de bedrijven dat prijs een belangrijke
factor is voor een klant om weg te blijven, terwijl maar 15% van de consumenten dit
aangeeft. Nog frappanter is het verschil in hoeveel waarde er gehecht wordt aan service.
20% van de bedrijven veronderstelt dat een gebrek aan service de deur gesloten
houdt, terwijl 75% van de consumenten dit als belangrijkste afknapper zie
t en
daarom naar een ander gaat. Met andere woorden; we moeten als beroepsgroep beter
leren luisteren naar onze klanten. Wat zijn hun wensen, wat houdt hen bezig en waar
hebben ze behoefte aan?

Na de introductie start het gesprek met deze inventarisatie.
Het is goed om gerichte open
vragen stelle
n. Dat is namelijk de manier om de mening van de ander te horen. Allereerst
stel je vragen over wat ze gewend zijn met hun lenzen, hoe bevalt dit en kunt u bijvoorbeeld
het comfort een cijfer geven tussen 0 en 10? Vervolgens is het belangrijk om te weten in
welke omstandigheden de lenzen gedragen worden. Dit geeft je een beter inzicht over welk
draagschema, materiaal en onderhoudsysteem geschikt zou kunnen zijn. Vraag ook eens
hoe belangrijk je consument de gezondheid van zijn ogen vindt. Dit is namelijk de reden
waarom je een betere lens wilt gaan aanpassen. Je kan dan tot slot vragen; hoe zou u het
vinden om een nieuwe lens te gaan proberen die  beter is voor de gezondheid van uw ogen
om die en die reden. Denk hierbij aan materiaal, comfort, UV-bescherming en
draagschema. Dit is ook het moment om informatie te geven over de mogelijke
veranderingen voor het oog die in het begin plaats kunnen vinden.

Voordat je nu iets over prijs hebt gezegd, ben je al een heel traject doorgelopen. Je hebt naar
de klant geluisterd, met ze meegedacht, vertrouwen gewonnen en voordelen van het
product voor de klant genoemd.  
Dat hier een prijskaartje aanhangt is een logische
vervolgstap van
. Niets om je ongemakkelijk over te voelen. Je klant is volwassen en zal
vragen of er nog andere opties zijn, wanneer de prijs toch een te hoge drempel is. Zeggen
dat de lens wel duur is, kan zelfs als beledigend worden ervaren. Wees dus neutraal en laat
de klant zelf zijn oordeel geven. Wanneer je het verhaal te technisch maakt, loop je het risico
dat de klant zich buitenspel voelt gezet, omdat hij het niet helemaal begrijpt. Houdt het helder
en praktijkgericht.

Onze klanten verwachten van hun contactlensspecialist vooral kennis, een goed advies op
maat gemaakt, een persoonlijke benadering en ervaring. Daarvoor komen ze bij ons.
Daarnaast kunnen we ze verbaasd doen staan door onze afspraken perfect na te komen,
actief te informeren over nieuwe producten, deze een tijdje uit te laten testen en een
olifantengeheugen te hebben voor persoonlijke gebeurtenissen.

Tot op het NCC!   Groetjes Lisette
                                                                                                                                           *1 door Egbert Jan van Bel in 2007