Tijdens het NCC 2010 hebben de optometristen en contactlens- specialisten in Nederland met hun hoge opkomst laten zien volgas vooruit te willen in hun vakgebied. Naar aanleiding van de introductie van de 1• DAY ACUVUE MOIST for ASTIGMATISM rijst dan de vraag; hoe staat het in Nederland met torische aanpassingen? Wanneer we kijken naar de cijfers van Eurolens¹ zien we dat 22% van de aanpassingen in de wereld torisch is. In Nederland is 26% van de aanpassingen torisch. Deze cijfers zeggen me dat we het heel goed doen in Nederland. Maar is het niet interessanter om te kijken naar wat onze mogelijkheden zijn om te verbeteren? Daarom is het van belang om te weten hoeveel van de aanpassingen daadwerkelijk astigmatisme hebben. Nu blijkt dat 47% van de aanpassingen een cilinder van 0.75 dpt of meer nodig heeft². Wat veroorzaakt die discrepantie tussen die getallen? Om welke redenen besluiten we toch vaak een sferische contactlens op een astigmatisch oog te plaatsen? En doen we die mensen niet te kort? Naast de angst voor meer stoeltijd is er misschien een gebrek aan vertrouwen in torische lenzen. Hoe is de reproduceerbaarheid? Wellicht zijn de aanpassers bang dat het zicht niet stabiel is en het comfort minder goed dan een sferische lens. Ontevreden klanten en meer problemen is het laatste waar we op zitten te wachten, toch? Jaren geleden had deze scepsis een grondslag, doordat lensdesign en materialen nog niet zo ver ontwikkeld waren. De contactlensindustrie heeft echter grote stappen vooruit gemaakt. In torische contactlenzen zorgt de combinatie van verbeterde materialen met nieuwe ontwerpen voor een helder zicht en voor een astigmaat zeer belangrijk; een stabiel beeld. Lensdragers geven aan dag de scherpte van hun beeld zeer belangrijk is. Zij verwachten een uitstekend zicht.ensdragers. Heel praktijkgericht; Een groot deel van de ongecorrigeerde astigmaten vertelt problemen te hebben met autorijden in het donker. Hoeveel vrouwen hoor ik niet zeggen tijdens een eerste meting: “ ’s avonds rijd ik geen auto, want ik ben een beetje nachtblind”. Deze klachten zijn meestal niet te wijten aan te weinig wortelen eten (volgens de dames in kwestie) of onzeker rijgedrag (mijn eerste gedachte!), maar komt vaak neer op een ongecorrigeerde cilinder of een te zwakke min-sterkte. Hinderlijke klachten van onze klanten zijn dus heel eenvoudig op te lossen met een juiste sterkte en het juiste lensdesign! Groetjes Lisette 1) Morgan, Woods Morgan, Tranoudis et al. 2009 2) Gebaseerd op Euromcontact 2009 & TNS Vision track 2007 |
Mirjam van Tilborg is onafhankelijk professional affairs consultant bij Johnson & Johnson Vision Care Nederland, Lisette Wijdemans is Professional Affairs Consultant voor de Benelux bij Johnson & Johnson Vision Care |
Nieuws van de Sponsor |
Hai Lisette Het lijkt me heerlijk om alle vooroordelen van autorijdende vrouwen en hun eventuele nachtblindheid met de jusite correctie uit te bannen. Maar of dit gaat lukken… Ik wil graag even terug komen op het onderwerp stoeltijd. Ik ben ervan overtuigd dat afwijken van de routine controle bij een torische lenscontrole tijdwinst kan opleveren. Waarom starten we niet eerst met de spleetlamp voor een controle van de as wanneer een lensdrager klachten heeft? Als de lens stabiel, maar geroteerd zit, kun je gaan refractioneren en met kruiscilinders aan de gang gaan, maar dit is niet de meest efficiënte aanpak. Een eenvoudige aanpassing naar de juiste asrichting zorgt voor een vlotte verbetering van de visus. Je weet wel; tegen de klok in: graden er aftrekken, met de klok mee: graden erbij optellen. Zo gemakkelijk kan het zijn. Daarbij moeten we niet vergeten, dat een torische lenzen in veel gevallen wel meteen goed zit en daarbij een uitstekende gezichtsscherpte oplevert. Verder denk ik dat je een belangrijk punt aanpakt namelijk; wat zijn nu de klachten van een ondergecorrigeerde cilinder? Dit is moeilijk om te duiden. We laten onze cliënten naar letters kijken, maar meten normaliter geen contrast. Terwijl de klachten wel zo klinken: schaduw beelden, net niet scherp of iets wel kunnen lezen, maar het is niet prettig. Als we het over stoeltijd hebben dan zal een contrastmeting geen standaard worden bij een contaclensaanpassing. Tot die tijd moeten we luisteren naar de cliënt en deze overtuigen van de meerwaarde van een torsche lens. Scepsis overboord en wellicht een frisse kijk op onze routines. Aanpassen maar! Groet Mirjam |