UIT DE PRAKTIJK



Introductie

Topografie is een inspiratiebron voor de echte contactlensliefhebbers. Met de
topograafbeelden kan bijvoorbeeld een onderscheid gemaakt worden tussen een
centraal en limbus-tot-limbus astigmatisme. Het voordeel is dat we nog
doeltreffender en nauwkeuriger lenzen kunnen aanmeten.

CASUS

Een cliënt met de volgende gegevens komt voor het aanpassen van Nachtlenzen.

Subjectieve refractie:
OD:        S-3,25 = C -1,75 as 0        visus 1.0
OS:        S-3,00 = C -1,75 as 175    visus 1.0

Op topograafbeelden is eenvoudig aan de 8-vorm (afbeelding 1) te zien dat de
cornea torisch is. Er kan een onderscheid gemaakt worden tussen een centraal
astigmatisme (afbeelding 2a) en een limbus-tot-limbus astigmatisme
(afbeelding2b).
























Bij deze cliënt loopt de cilinder door tot in de periferie, een limbus-tot-limbus
astigmatisme. Dit betekent dat op de positie waar de lens gaat centreren, het
perifere astigmatisme groter is dan het centrale astigmatisme (afbeelding 3) Bij
een groter perifeer astigmatisme adviseert het aanpasprogramma automatisch
de torische variant.













Het normale effect van de nachtlens is dat de cornea cilinder gecorrigeerd wordt,
wat zichtbaar is doordat de 8-vorm is verdwenen (afbeelding 4).

















De snelheid van dit effect op de cornea verschilt per individu; het kan na enkele
nachten tot maximaal drie weken bereikt worden (afbeelding 5).




















De torische nachtlens is in de periferie torisch (afbeelding 6). De optische zone is
sferisch. Hierdoor zal de lens in de vlakste meridiaan een nachtlens werking
hebben. In de steilste richting is te zien dat aan de rand van het optische gebied
het fluo-beeld een vlakker effect krijgt. Hierdoor kan in deze richting meer sterkte
(=cilinder) gecorrigeerd worden.












Controle na één nacht
Bij onze cliënt worden twee torische nachtlenzen aangemeten. Op het
topograafbeeld is te zien dat na één nacht de cornea cilinder binnen de optische
zone nog niet volledig is gecorrigeerd (afbeelding 7). Van de 8-vorm is nog iets
zichtbaar.
























De narefractie zonder lens
OD: visus zonder correctie 0.5, met S-1,25 = C-1,00 as 5 visus 1.0
OS: visus zonder correctie 0.5, met S-1,25 = C-1,00 as 175 visus 1.0

Het effect na één nacht is volgens verwachting. De volgende afspraak vindt voor
de veiligheid plaats na één week. De controle na drie weken is bepalend voor het
eindresultaat.

Controle na drie weken
Wat opvalt bij de controle na drie weken, is het grotere afvlakkingseffect. Ook is
te zien dat de cornea centraal sferisch is geworden (gele cirkel, afbeelding 8). De
cornea cilinder is optimaal gecorrigeerd. Buiten het optische gebied is de cornea
nog torisch, waar de torische nachtlens goed kan centreren.























Narefractie zonder lens:
OD: S+0,25 = C-0,25 as 5        visus 1.0
OS: S+0,50 = C-0,25 as 175    visus 1.0

De lichte sferische overcorrectie is gunstig om de regressie gedurende de dag op
te vangen. De cliënt is tevreden en blijft de lenzen dragen en er wordt een
controle na zes maanden afgesproken.

Perifeer astigmatisme
Deze casus laat zien dat een torische nachtlens bij een grotere perifere cilinder -
meer dan 1,5D op de plaats van de centratie zone - succesvol is. Door de
sferische optische zone van de lens, wordt de cornea sferisch en kan de refractie
cilinder bijna volledig gecorrigeerd worden.
In de periferie is de lens torisch, waardoor de lens goed centreert. Hierdoor
ontstaat een stabiele en goede visus.

Zie ook een recent artikel van Pauline Cho, Ben Chan en Arjan de Vecht
(http://www.nkl.nl/data/pdf/Early%20view_toric%20OK.pdf).
Arjan de Vecht is optometrist
en contactlensspecialist. Hij
voltooide zijn optiekopleiding
aan de Christiaan
Huygensschool te Rotterdam
in 1992 en zijn studie
Optometrie aan de
Hogeschool van Utrecht in
1997. Hij is werkzaam
geweest bij diverse
contactlenspraktijken en
werkt sinds 1997 als
optometrist/adviseur bij NKL
Contactlenzen.