UIT DE PRAKTIJK





Introductie
In het artikel van de vorige maand werd geschreven dat het aanpassen
van zachte lenzen veel preciezer zou kunnen, waardoor er een betere
circulatie van het traanvocht onder de contactlens ontstaat. Dat levert
vele voordelen op zoals een grotere verversing van de traanlaag onder de
zachte contactlens waardoor er een veel beter zuurstoftransport naar de
cornea toe ontstaat, evenals een betere afvoer van afvalproducten en ook
nog eens een stabielere visus. Daardoor wordt het draagcomfort van
zachte lenzen sterk verbeterd met als gevolg veel minder irritatie zoals
bijvoorbeeld het droge ogen syndroom en veel minder uitval onder de
zachte contactlensdragers.

DS-Aanpassing
De naam van deze veel preciezere aanpassing is de DS-Aanpassing, dat
staat voor een “Dynamisch Stabiele Aanpassing”. De DS-Aanpassing  
bestaat uit twee testen: de Knippertest en de Up and Down test.

De kern van beide testen is dat zelfs ook maar een ietsje te dikke
traanlaag onder de zachte contactlens vervormd kan worden door het
sluiten van de oogleden. In deze gesloten situatie wordt de contactlens
dan tegen het oog gedrukt. Het eerste ogenblik na het openen van het
oog blijft deze samengepakte (en optisch gezien één geheel zijnde)
combinatie van cornea, traanlens en contactlens bestaan en is de visus
dan ook goed en gelijk aan die van de brilrefractie. Daarna kunnen er
veranderingen optreden, afhankelijk van de pasvorm van de lens.

Dynamische fase
Bij een ietsje te steile (te vaste) aanpassing neemt daarna in de net
geopende oogsituatie (nu de dynamische fase) de contactlens snel haar
eigen model aan door haar elasticiteit (de modulus). Het traanvocht onder
de zachte contactlens komt dan in beweging en slingert maar wat rond
onder de contactlens en verandert zo het oppervlak van de zachte
contactlens. Daardoor ontstaat er een kleine maar door de drager
merkbare subtiele wisseling in de stabiliteit van de visus.

Statische fase
In een weer iets later stadium bij het open blijven van het oog (de
statische fase) heeft het oppervlak van de contactlens dus zijn eigen
model en is de visus waarschijnlijk zoals bij de brilrefractie. Bij een
conventionele aanpassing/controle is dít het ogenblijk dat de visus
opgemeten wordt en er beoordeeld wordt of deze, en dus ook de
passing, wel of niet aan de verwachtingen voldoen.

Een knipperslag verandert echter alles weer en de beschreven subtiele
instabiliteit van de visus is dan door de cliënt wederom op te merken.

Bij een dunne traanvochtlens is er geen verandering in het model van de
traanvochtlens mogelijk en dus ook niet in het oppervlak van de
contactlens. Via de beide testen is dan ook geen instabiliteit op te merken
en het resultaat is een dynamisch stabiele visus dus een DS-Aanpassing.
De tranen onder de zachte contactlens kunnen nu bij iedere knipperslag
onbelemmerd bewegen van onder de contactlens vandaan en weer terug,
waardoor de verversing ervan optimaal is. De pasvorm van de contactlens
op de sclera is hierbij van fundamenteel belang.

Eik-punten
Er zijn dus twee eikpunten voor de visus:

  • De Statische visusbepaling: is de alom bekende normale visus-
    bepaling tijdens het open zijn van het oog (dus in de statische
    fase). Uit deze statische visusbepaling (mits gedaan met een
    volledige overrefractie) kan al een beetje geconstateerd worden of
    de contactlensaanpassing enigszins goed is. Indien de visus correct
    is en er geen afwijking is in de sfeer, de cylinder en de asstand in
    vergelijking met de visus van de brilrefractie, dan is dat doorgaans
    een goed voorteken.
  • De Dynamische visusbepaling: is er om specifiek de stabiliteit van de
    visus te checken en of er verandering in de vorm van de traanlens
    mogelijk is met als gevolg een verstoring in het oppervlak van de
    zachte contactlens. Dat gebeurt in de eerste seconde bij het
    opengaan van het oog na een knipperslag (in de dynamische
    knipperfase dus). Dán kan een contactlensdrager opmerken of er
    wel of geen instabiliteit van de visus is door middel van de
    Knippertest en de Up and Down test.

De uitvoering van de testen dient te gebeuren met een volledige
overrefractie en monoculair.

Protocol
  • Knippertest: vlak nadat de contactlensdrager 2x geknipperd heeft
    moet het oog enige seconden open gehouden worden. In die
    periode wordt tot 3x maal toe met een kleine variatie de vraag
    gesteld: ”Blijft deze (grote) letter nu echt scherp?”. Indien dit het
    geval is, dan is dit een DS-Aanpassing.

  • Up and Down test: contactlensdrager naar boven laten kijken, zo
    hoog mogelijk (echt naar het plafond) en dan abrupt op een (grote)
    letter op de letterkaart laten fixeren. En de vraag is dan: “Moet u
    inzoomen?” Zo niet, dan is dit een DS-Aanpassing. Daarna de
    contactlensdrager naar beneden (naar de knieën) laten kijken en dan
    weer abrupt recht vooruit naar de (grote) letter laten kijken. En de
    vraag is dan opnieuw: “Moet u inzoomen?”. Zo niet, dan is dit
    inderdaad een DS-Aanpassing.

Onderzoek
De geclaimde nauwkeurigheid van deze beide testen is 0.10 mm in radius,
wat een vrij nauwkeurige benadering is voor een zachte contactlens.
Voorlopig is alles nog empirisch wat verder door wetenschappelijk
onderzoek moet worden uitgezocht. Onder andere is er een gradatie-
schaal in ontwikkeling voor deze testen. Via de stabiliteits-controle is er
een gradatieschaal van veel te steil naar veel te vlak samengesteld. Als de
hypotheses voor dit onderzoek bekrachtigd kunnen worden, dan zal de
gebruiksaanwijzing van beide testen en de gradatieschaal uitgegeven
worden in een geplastificeerde uitgave.

Meedoen aan deze onderzoeken?
Voor dit onderzoek hebben we nog een paar bedrijven nodig die deze test
in de praktijk gaan testen. Wat er dan van je verwacht wordt is dat in de
eigen praktijk/winkel een aantal controles/aanpassingen gedaan worden
volgens het protocol van deze testen. Hoe, dát is wat we de deelnemers
gaan leren in een praktijkles, die gehouden wordt op verschillende plekken
in het land. Er kunnen in totaal ongeveer 20 contactlensaanpassers
meedoen die ieder 10-20 controles/aanpassingen doen. Controles van
bestaande contactlensdragers (willekeurig, met en zonder problemen)
genieten de voorkeur boven een eerste aanpassing, maar beide mag.

Aanmelden:
Stuur s.v.p. een e-mail naar het Eye Research Institute Maastricht (ERIM)
van de Universiteit Maastricht: john.de.brabander@mumc.nl onder
vermelding <De DS Aanpassing>. Verder graag naam, praktijkadres,
telefoonnummer en diplomering opgeven. Ook voor vragen of
opmerkingen over de test kunt u dit e-mailadres gebruiken.


Tot ziens en met collegiale groet,

De projectgroep <De DS Aanpassing>:
Nico Dames, Optometrist B.Optom,
John de Brabander, Optom PhD, FAAO
Eef van der Worp, Optom PhD, FAAO, FIACLE, FBCLA

*Deel I van dit tweeluik is onder de tab 'Oktober 2009' te zien.
Nico Dames is optometrist en
 en contactlensspecialist.

Sinds eind jaren '70 is hij
bezig met het ontwikkelen
van testen om de aanpassing
van zachte lenzen te
optimaliseren.

Op dit moment werkt hij
samen met het Eye Research
 Institute Maastricht (ERIM)
aan de Universiteit van
Maastricht aan een project
dit te testen.