
UIT DE PRAKTIJK
Introductie
De jaren tachtig. Waar denkt u dan aan? Aan de hongersnood in Oost-Afrika
waarvoor Band Aid streed, het begin van het computertijdperk, of toch het
gewonnen EK voetbal in 1988? Zo af en toe krijg ik een cliënt in mijn stoel die mij
terug doet denken aan de gloriejaren van, nee niet Michael Jackson of Madonna,
maar de tetracurve contactlens.
De bicurves en tetracurves waren in die tijd de eerste generatie lenzen die niet van
PMMA, maar van de eerste (laag)zuurstofdoorlatende materialen waren gemaakt.
Door zijn perifere lift was de tetracurve uitermate geschikt voor een onregelmatige
(lees torische) cornea. Er werd gebruik gemaakt van kleine diameters. Hierdoor was
er minder kans op 3 en 9 uur staining en door de grote beweging van de lens, werd
de cornea van meer zuurstof voorzien.
De tetracurve lensdrager lijkt een uitstervend ras. Maar hier en daar duikt er nog
wel eens eentje op. Wat moet de hedendaagse optometrist daarmee? Meteen
maar overzetten op een asferische, bitorische, hoogzuurstofdoorlatende lens?
Casus
Een man van veertig jaar komt bij Groenhof Optiek voor contactlenscontrole. Zijn
lenzen komen bij een ander optiekbedrijf vandaan. Er zijn geen echte klachten,
maar de lenzen hebben nooit echt helemaal lekker gezeten. Omdat de lenzen al
ruim zeven jaar oud zijn, wordt besloten de lenzen een week uit te laten en(
danweg) een heraanpassing af te spreken.
Huidige lenzen:
Tetracurve
R S-3.00/8.75/9.5 (2002)
L S-3.00/8.75/9.5 (2003)
Laatste controle (2007)
Passing redelijk, iets 3 en 9 uur
staining (graad 1, ODS)
Visus OD 1.00, OS 1.00
Topografie na een week lenzen uit:
Uit de topografie blijkt dat beide ogen zeer vlakke radii hebben; een
radius van gemiddeld 8.65. Verder valt op dat beide cornea’s naar de
periferie toe meer torisch worden en dat de excentriciteiten zeer hoog
zijn (0.8 gemiddeld ODS). De eerste paslenskeuze is daarom ook een
asferische binnentorische lens met een hoge excentriciteit:
Paslenskeuze:
NKL SE Bitoric Exact Futura
R S-3.00 Exc 0.8/ 8.85/8.45 10.1 - binnentorische lens met aan voorzijde
een gecompenseerde cylinder (notatie NKL =C-2.00x180)
L S-3.00/ Exc 0.8/ 8.75/8.45 10.1 - binnentorische lens met aan voorzijde
een gecompenseerde cylinder (notatie NKL =C-1.50x180)
Visus OD 1.00, OS 1.00
Passing ODS: goed, dunne, maar acceptabele edge
Na twee weken volgt de eerste controle. De nieuwe lenzen bevallen uitstekend. De
lenzen hebben nog nooit zo comfortabel gezeten, de visus is prima, er is maar één
maar… Ten opzichte van de oude lenzen zijn de ogen erg rood, al na een paar uur
draagtijd.
Zoals op de afbeelding hiernaast te zien is, wordt de hyperaemie veroorzaakt door
de perifere staining (op 3 en 9 uur) in beide ogen. Maar waardoor ontstaat die 3 en
9 uur staining? De tetracurves zaten misschien niet altijd even comfortabel, maar
veroorzaakten geen fysiologische problemen. In mijn overtuiging moest de oorzaak
gezocht worden in de diameter of het materiaal. Stap voor stap heb ik deze
aangepast: de diameter van 10.1mm naar 9.6mm en het materiaal van Futura naar
het minder zuurstofdoorlatende Boston 18. Maar de klachten en het beeld bleven
onveranderd. Na verschillende ruilingen en enkele maanden verder begonnen
zowel de cliënt als ikzelf het vertrouwen in een goede afloop te verliezen. Dan toch
maar terug naar de oude, vertrouwde tetracurves? Dat zou de makkelijkste
oplossing zijn, maar omdat de cornea onder de Bitorische lens waarschijnlijk toch
veranderd zal zijn, geeft dat ook geen garantie op succes en daarbij, de cliënt was
inmiddels wel gewend aan het prettige draagcomfort.
Uiteindelijk kwam er een oplossing uit een onverwachte hoek. En zie het resultaat
in de figuur onderaan. De hyperaemie en staining zijn verdwenen, het comfort en
de visus zijn zeer goed. Maar wat voor lens zit er nu op het oog? Uit het fluorbeeld
is af te leiden dat de edge vrij groot is en een stuk groter dan bij de eerste paslens.
Het gaat hier om een jaren ’80 lens in een modern jasje. Niet alleen het materiaal is
aangepast aan de hedendaagse standaard, maar ook de geometrie. Het gaat hier
om een Bitorische Tetracurve.
Definitieve lens:
Bitorische Tetracurve Futura
R S-3.00 8.85/8.45 10.1 - binnentorische lens met aan voorzijde
een gecompenseerde cylinder (notatie NKL =C-2.00x180)
L S-3.00 8.75/8.45 10.1 - binnentorische lens met aan voorzijde
een gecompenseerde cylinder (notatie NKL =C-1.50x180)
Visus OD 1.20, OS 1.20
Passing ODS: goed, ruime edge, nauwelijks staining
Discussie
Om een cliënt van de best mogelijk service te voorzien, probeer ik als hedendaagse
aanpasser een zo modern mogelijk concept toe te passen. Het druist zelfs tegen je
gevoel in van een “oud” design gebruik te maken. Uit deze casus blijkt dat dit niet
altijd de beste oplossing is. Wat de verklaring is voor het succes van deze ‘old
school’ passing, is moeilijk vast te stellen. Uit onderzoek is gebleken dat door het
beter in acht nemen van de corneavorm (zoals met torische lenzen) en door een
kleine perifere edge te gebruiken, de 3 en 9 uur staining beter wordt gemanaged.
Ook is onderzocht dat “lid-attachment fits” heel goed kunnen werken. Bij deze
passingen is de lens vaak superior gedecentreerd en zorgt ervoor dat er geen
interactie is tussen ooglid en lensrand bij elke knipperslag, zodat juist de
knipperslag wordt gestimuleerd. Een nadeel is wel dat er dan een grotere kans op
cornea vervorming (warpage) is. Een Bitorische Tetracurve lens lijkt niet de eerste
keuze maar achteraf gezien blijkt dit een uitstekende oplossing. Dus soms is het
goed af te stappen van de hedendaagse denkpatronen en iets “out of the box” te
proberen.

Jeroen Mulder haalde in 2005 zijn optometrie getuigschrift aan de Hogeschool van Utrecht.
Sinds 2006 werkt hij bij Groenhof Optiek te Amstelveen. Zijn werkzaamheden betreffen optometrie in de breedste zin van het woord; van screening naar diabetische retinopathie tot lensaanpassingen en zelfstandige spreekuren in het Amstelland Ziekenhuis.
Ook is Jeroen als bestuurslid verbonden aan Stichting Zienderogen. Deze kleine stichting bestrijdt onnodige blindheid in de armste delen van de wereld. Afgelopen jaar werkte hij twee weken in Noord-Ossetië (Rusland) en in september 2010 staat de Republiek Congo op de agenda.
|