UIT DE PRAKTIJK



IRISPROTHESE

Gewoonlijk worden scleralenzen aangepast ter verbetering van de visus bij
onregelmatige cornea’s, bij extreem droge ogen of bijvoorbeeld als
bescherming bij sluitdefecten van de oogleden. Daarnaast is er nog een
andere belangrijke toepassing want de scleralens kan ook als
schaalprothese worden aangemeten. De scleralens is dan voorzien van een
ingeschilderde iris en sclera met als doel een cosmetische verbetering te
bereiken, zoals bijvoorbeeld na een trauma. De lens kan alleen toegepast
worden als er sprake is van een verminderde zuurstofbehoefte van de
cornea. De reden hiervoor is dat een scleralens met een ingeschilderde iris
en sclera op recept wordt vervaardigd en uitsluitend uit
polymethylmethacrylaat (PMMA) materiaal kan worden gemaakt. PMMA
heeft als nadeel dat het geen zuurstoftransmissie heeft en dus snel cornea-
oedeem kan veroorzaken. Het indicatiegebied voor deze lens is dan ook
voornamelijk atrofia bulbi, een situatie waarin de zuurstofbehoefte van de
cornea is verminderd onder invloed van de  pathologie.


ATROFIA BULBI

We onderscheiden drie vormen van atrofia bulbi:

1) Atrofie zonder verkleining van de oogbulbus. Er ontstaat een atrofie van
de intra-oculaire structuren. De diameter van het oog wordt hierbij niet
kleiner en kan zelfs groter worden met als voorbeeld Buphthalmus.

2) Atrofie met verkleining van de oogbulbus. Er ontstaat atrofie van de
oogbulbus met afname van de diameter van het oog en atrofie van de
intra-oculaire structuren waarbij de delen in het oog nog afzonderlijk zijn
te herkennen. Een voorbeeld hiervan is langdurig chronische uveitis, met
name als deze in de jeugd is ontstaan. Deze situatie gaat gepaard met
hypotonie, perifere anterieure synechiae en afsluiting van de voorste
oogkamer.

3) Atrofie met verkleining en disorganisatie van de structuren ofwel
Phthisis bulbi. De oogbulbus is hierbij verkleind en de sclera wat verdikt
met intra-oculaire structuren die niet meer afzonderlijk zijn te herkennen.
Een voorbeeld hierbij is een situatie na purulente endophthalmitis. In latere
stadia kan ossificatie (beenvorming) met metaplasie van het
pigmentepitheel en een gliotische neurale retina of oogzenuw optreden. Op
de voorzijde van het oog ontstaat op de cornea soms bandvormige
calcificatie, bekend als bandkeratopathie.


AANPASSING

In eerste instantie wordt een normale scleralens aangepast die de vorm
van de oogbal zo dicht mogelijk benaderd. Tussen de lens en de cornea
moet een corneale clearance worden gecreëerd om te voorkomen dat er
contact wordt gemaakt tussen cornea en contactlens. Bij beoordeling van
het goede oog worden de irisdiameter en pupildiameter vastgesteld en
wordt bekeken of er hoogteverschil aanwezig is tussen beide ogen. Er
wordt een foto van het goede oog gemaakt die als basis dient voor de
beschildering. Als de lens gemaakt is wordt deze gepast en met speciale
viskeuze inzetvloeistof ingezet om luchtbelvorming achter de lens te
voorkomen. De draagtijd van de lens wordt met een halfuur opgevoerd tot
een maximum van drie tot vier uur, daarna volgt een rustpauze waarna het
oog opnieuw drie tot vier uur belast mag worden. Bij het optreden van
ontoelaatbaar cornea-oedeem moet de draagtijd aangepast worden.


CASUS

In 2006 meldt zich op de afdeling oogheelkunde van het Jeroen Bosch
ziekenhuis in Den Bosch een 75-jarige vrouw met het verzoek een irislens
aan te passen voor haar rechteroog. In haar jeugd is ze diverse keren
geopereerd aan de extra-oculaire oogspieren met als doel het oog recht
zetten. Dit is niet volledig gelukt omdat een zekere mate van convergent
strabisme  van het rechteroog is blijven bestaan die de laatste jaren
volledig is gedecompenseerd, waardoor het oog nu volledig in de neushoek
staat. Haar rechteroog is altijd wat kleiner geweest en als microphthalmus
gediagnosticeerd, maar er is atrofie ontstaan met volumeafname van het
oog zodat er sprake is van atrofia bulbi. In deze situatie kan er geen
oogspieroperatie meer volgen.

SUBJECTIEF

In de anamnese komt naar voren dat sinds de jeugd het oog sterk
verminderd zicht heeft mogelijk door een ontstekingsproces. Zij is bekend
met diabetes type-2 die goed is gereguleerd met een dieet. Als medicatie
gebruikt ze Metformine tabletten ter reductie van het glucosegehalte en
Crestor als cholesterolverlager met Diclofenac als medicatie bij periodieke
hoofdpijn en nekklachten. Zij vindt na jaren dat het moment daar is om
een cosmetische lens ter verbetering voor haar oog te laten aanmeten.

OBJECTIEF

De visus OD is lichtperceptie en OS is de visus 0.8 met een S +0.50=C
-1.75 as 90 overrefractie. De oogdruk is OD 18 mmHg en OS 17 mmHg.
De spleetlamp laat voor OD een relatief heldere cornea zien met sporen
van een doorgemaakte uveitis met irisatrofie en voor OS een heldere
cornea met weinig bijzonderheden maar wel een ooglens met beginnend
cortico nucleair cataract. De fundus OD is rommelig met een slecht
aanliggende retina waarbij dotbalkjes (verhardingen) zichtbaar zijn. In de
fundus OS is een geëxcaveerde bleke papil zichtbaar zonder sporen van
diabetische retinopathie. Het gezichtsveld OS is passend bij de leeftijd en
binnen de norm. De positie van de oogbal OD is in de neushoek waarbij
desgevraagd deze even iets rechter kan gaan staan, maar daarna direct
weer terugvalt in de neuspositie.

EVALUATIE

Er is sprake van een sterk convergente stand van het rechteroog met
positie in de neushoek en er is rechts sprake van atrofie van de oogbal
met verkleining van de oogdiameter (zie hieronder). Het rechteroog neemt
alleen lichtperceptie waar. Het linkeroog heeft beginnend cataract maar nog
onvoldoende om een operatie te verrichten (zie hieronder).



















PLAN

Er bestaat een wens tot een betere cosmetische aanblik van het gezicht.
Wegens atrofia bulbi met verminderde zuurstofbehoefte en een oogpositie
in de neushoek wordt een scleralens met ingeschilderde iris en sclera
toegepast (zie hieronder). De scleralens zal meer volume innemen tussen
de oogleden en dat heeft als bijkomend voordeel bij aanpassing van maar
één oog dat de oogleden iets meer worden opengesperd waardoor het
verschil in diameter tussen het rechter- en linkeroog zal afnemen.















RESULTAAT

Het resultaat: een goed uitgevoerde scleraprothese (zie hieronder) die de
indruk geeft van een rechte oogstand waarbij het diameterverschil tussen
beide ogen is afgenomen. De lens wordt per dag maximaal zes tot acht
uur comfortabel gedragen met een rustpauze tussendoor van dertig
minuten. Aan het eind van de dag is er enig oedeem zichtbaar (zie
hieronder) dat snel verdwijnt na uitnemen van de lens. De patiënt wordt
periodiek gecontroleerd en beschrijft de lens als een duidelijke verbetering
in ’’Quality of Life”.
Henny Otten, Optometrist BSc, FAAO


Henny Otten studeerde in 1996 af
aan de Hogeschool van Utrecht. Na
zijn afstuderen specialiseerde hij
zich in het aanmeten van
contactlenzen op medische indicatie
bij Visser contactlenzen in Nijmegen.
Sinds 2000 is hij Fellow van de
“American Academy of Optometry”.

Henny is primair gefocust op het
aanmeten van scleralenzen bij
verschillende corneale
aandoeningen en hij is betrokken bij
onderzoek en de ontwikkeling van
scleralenzen.

Henny werkt nog steeds bij Visser
contactlenzen, en is werkzaam in
diverse ziekenhuispraktijken in o.a.
Nijmegen, Den Bosch, Oss,
Harderwijk en het UMC Utrecht.
TRUE COLORS
OD: lichtperceptie en een sterk
convergente oogstand van het
rechteroog met positie in de
neushoek plus atrofie van de oogbal
met verkleining van de oogdiameter.
operatie te verrichten.